Voor en door schippers
Categoriën
Sociale Media

ILT overleg 1 juni

Naar aanleiding van het feit dat er 1 juni een overleg heeft plaatsgevonden met ILT geeft de ASV (vertegenwoordigd door Piet Bennik en Sunniva Fluitsma) hierbij een update over de voortgang van de evaluatie van het boetebeleid.

Er zou, na veel vragen van onze kant, in juni een evaluatie komen van het boetebeleid n.a.v. de aangenomen motie. Maar helaas kwam er in plaats daarvan een analyse (men noemt het de eerste stap op weg naar de evaluatie): wat cijfers over hoe vaak werd gecontroleerd en hoeveel overtredingen ontdekt waren etc. Dat was niet de intentie van de motie.

Tussen het vorige overleg (15 maart) en deze vergadering heeft de ASV 3 maal een mail gestuurd met de vraag op welke manier we zouden evalueren zodat we ons op een inbreng konden voorbereiden. We hebben helaas nergens antwoord op gekregen. Wat wordt er nu gezegd: “De sector heeft niets aangeleverd”. Men wil voorbeelden van zaken aangeleverd bij de organisaties door schippers.

De ASV heeft aangegeven het weinig zinvol te vinden om enkele “zaken” te bespreken van schippers die een boete hebben gehad, voor ons is het probleem veel breder dan dat.

Opvallend is de reactie van ILT als de ASV zegt dat ze volgens ons (en juristen) handelen in strijd met de rechten van de Mens: dan “moet de ASV maar een rechtszaak aanspannen tegen de Staat”. Ons lijkt het dat dit juist meegenomen moet worden in een evaluatie. Onderstaande heeft de ASV ter plekke voorgelezen:

In strijd met mensenrechten
Het lijkt er zelfs op dat ILT HANDELT IN STRIJD MET RECHTEN VAN DE MENS

Het Europees Verdrag Voor de Rechten van de Mens (en de Algemene wet bestuursrecht) zorgt namelijk voor een aantal waarborgen zoals:

  • Bestuurlijke boetes moeten evenredig aan de overtreding zijn: geen enorme boetes voor kleine overtredingen dus.
    ILT handelt in strijd daarmee (er zijn al vele Kamervragen over gesteld)
  • Ook mag er slechts een bestuurlijke boete worden opgelegd wanneer de overtreder te verwijten valt dat hij de overtreding heeft begaan.
    ILT handelt in strijd daarmee (gebrek aan ligplaatsen, goed zeemanschap etc.)
  • Ook de onschuldpresumptie is van toepassing: iemand is onschuldig, totdat zijn schuld in rechte is vast komen te staan.
    “te goeder trouw” handelen wordt niet aanvaard door ILT
  • De overtreder mag ook bij de bestuurlijke boete niet twee keer voor hetzelfde feit worden beboet.
    ILT handelt in strijd daarmee (bv. 2 boetes geven voor het niet invullen van een regel in het Vaartijdenboek)

Maar hoewel de ASV dit ter voorbereiding aan alle aanwezigen al had opgestuurd leek het helemaal nieuw te zijn.

Ook de petitie en de meer dan 2.000 handtekeningen zijn genoemd, maar dat werd genegeerd.

De ASV had voorafgaande aan het overleg agendapunten met achtergronden aangeleverd waarin we ook duidelijk maakten dat dit boetebeleid in strijd is met de uitgangspunten van ILT zelf zie de site van ILT

Volgens ILT zouden de boetes vooral gericht zijn op waarborgen van veiligheid (voor personeel en anderen), door vermoeidheid tegen te gaan en/of zorgen dat er geen economisch voordeel behaald kan worden. Toch hebben wij gemerkt dat ook als een particuliere schipper kan aantonen dat er noch sprake is van een economisch voordeel (aantoonbaar), noch sprake is van een situatie waarbij de veiligheid in het gedrang komt en er bovendien een goede verklaring is voor het overschrijden van de regels de boetes opgelegd worden.

ILT deelt ons mee dat met deze omstandigheden door middel van die gefixeerde (!) boetes rekening is gehouden.

Ook onderstaande had de ASV ruim van tevoren opgestuurd omdat we dat mee wilden laten wegen in een evaluatie;

vraagtekens bij bestuurlijke boete
Wij willen hierbij o.a. verwijzen naar de kritiek die de laatste tijd hoorbaar is van rechters en anderen betreffende de gevaren van een bestuurlijke boete zoals te lezen in het Financieel Dagblad waarin o.a. te lezen is:

“De boetes die de financiële toezichthouders AFM en DNB uitdelen, krijgen stevige kritiek in een recent promotieonderzoek van de Erasmus Universiteit. Volgens de inmiddels gepromoveerde onderzoeker Arnt Mein grijpen de toezichthouders te automatisch naar een boete, zonder dat goed gekeken is of zo’n straf wel passend is. De boetepraktijk van AFM noemt hij ‘activistisch’.

‘Boete wordt doel op zich’
Bij banken en andere betrokkenen is al langer, doorgaans anoniem, kritiek te horen op de manier waarop de toezichthouders gebruikmaken van hun bevoegdheden. Het proefschrift van jurist Mein is het eerste wetenschappelijke onderzoek naar de praktijk van ‘bestuurlijke boetes’ van deze instellingen.
Mein schetst een beeld van toezichthouders die toewerken naar een boete en nauwelijks nadenken over andere middelen, zoals een normoverdragend gesprek of het voorleggen van de zaak aan de strafrechter. ‘De boete wordt een doel op zich, in plaats van een middel ter bevordering van naleving’, aldus het proefschrift.

Meer zorgvuldigheid nodig
Het nadeel is dat de aanklager en de ‘rechter’ dezelfde partij zijn, en daarom adviseert Mein meer zorgvuldigheid. De toezichthouder moet beargumenteren waarom een boete passend is.
Mein is vooral kritisch over de rol van de ‘boetefunctionaris’. Dat is degene binnen AFM of DNB die op basis van het rapport van de toezichthouders zich een onafhankelijk oordeel vormt. ‘Dit is de spil waar het om draait. Te vaak benadert de functionaris de zaak juridisch. Zo van: houdt dit straks stand bij de rechter? (Daar kunnen partijen in beroep gaan – red.) Het is het beeld van een trein die in gang is gezet en voortdendert. De boetefunctionaris zou vaker moeten kijken of een boete gerechtvaardigd is.’

Maar ook hierbij leek het dat niemand dit gelezen heeft en is dit dus ook niet besproken in dit overleg (dat 3 kwartier korter duurde dan afgesproken was)

Uiteindelijk is afgesproken dat ILT een format maakt waarmee we kunnen werken om echt te gaan evalueren. Dat format zou er binnen 2 weken moeten liggen waar de organisaties dan weer op kunnen schieten, zodat er uiteindelijk iets ligt waar we mee kunnen evalueren. We zijn benieuwd.

Tenslotte bleek dat de vergadering met 3 kwartier ingekort was en het verslag op het eind van de vergadering aan de orde kwam. Niets van de opmerkingen van de ASV is in het verslag meegenomen. Maar omdat dit verslag “namens alle aanwezigen” gemaakt wordt en als “de waarheid” bij de minister komt, heeft de ASV afstand genomen van het verslag zoals het er ligt.

Nawoord: Wat erg teleurstellend is, is dat wij proberen samen te werken wat een evaluatie betreft maar dat we dan (en dat gebeurt steeds vaker door beleidsmedewerkers ) “vecht maar aan” te horen krijgen als wij kritiek uiten op slecht beleid met goede argumenten.
De ASV vindt het erg ineffectief als beleid zonder overleg ingevoerd (zie ook het huisvuilbeleid bijvoorbeeld) wordt, waarna het de taak van de organisaties schijnt te zijn om via de weg van rechtszaken, procedures, hoorzittingen, zienswijzen etc, die duur zijn en veel tijd en energie kosten, slecht beleid van tafel te krijgen.
Beleid behoort o.i. goed en dus goed doordacht te zijn. Zeker in dit geval zou men onder de indruk moeten zijn als er geclaimd wordt dat mensenrechten geschonden worden. Het is zorgelijk dat ILT en dus de Minister zo met de binnenvaartsector omgaat.