Voor en door schippers
Categoriën
Sociale Media

Aanpassing schutlengtes en breedtes

van provinciale sluizen FLEVOPOLDER

Gedeputeerde Staten van Flevoland: Vergadering schutlengte is op 28 maart, aanvang 14.30 uur.

Samenvatting Ontwerp-Antwoordnota

  • Aanpassing schutlengtes en breedtes van provinciale sluizen
  • Schutten met open brug

Op basis van de ingebrachte zienswijzen en het nadere onderzoek wordt in de antwoordnota vastgesteld om de ontwerpbesluiten op de volgende aspecten bij te stellen:

  • Op de Urkersluis de maximale schutlengte te handhaven van 47,0 meter en onder voorwaarden boten tot 49,5 meter te schutten;
  • De schutlengte van de Zuidersluis te bepalen op 63,00 meter in plaats van de voorgestelde 62,90 meter en op dit moment geen aanvaarbeveiliging aan te leggen in de Zuidersluis.
  • De minimale schutlengte op de Voorstersluis te maximaliseren op 39,0 meter bij gesloten brug,in plaats van de voorgestelde 38,70 meter;
  • Bij de Kampersluis de maximale breedte op 7,20 meter te houden in plaats van de voorgestelde 7,10 meter;
  • Een meldingsplicht in te voeren voor de schepen die met open brug geschut willen worden, zodat de brug open gaat voor het invaren;
    Het instellen van een specifieke ontheffingsregeling voor bijzondere transporten.
  • Het schutten met open brug in de middaguren te beperken tot alleen de spitstijden 16.00 – 18.00 uur in plaats van de voorgestelde 15.00 -19.00 uur.

Gedeputeerde Staten van Flevoland, besluiten:

Toe te staan dat sluizen met open brug worden geschut, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. Voor het naar binnen varen van een buitensluis (hoog-laag) dient een aanvaarbeveiliging te zijn aangebracht;
  2. Het schutten met open brug vindt plaats buiten de bloktijden (7.00-9.00 uur en 16.00 en 18.00 uur op werkdagen);
  3. Er moet een aanvaardbare situatie zijn ten aanzien van de bereikbaarheid door hulpdiensten en de afwikkeling van het verkeer (bijvoorbeeld bij ontsluiting van woonwijken).
  4. De Noordersluis wordt op basis van lid 3 niet met open brug geschut, vanwege de bereikbaarheid van hulpdiensten en de gewenste ontsluiting van de nabij gelegen woonwijk.

Het college van GS heeft op 18 juli 2017 de ontwerpbesluiten ‘aanpassing schutlengtes van provinciale sluizen’ en ‘schutten met open brug’ vastgesteld. Na dit besluit is er de mogelijkheid geboden om op deze ontwerpbesluiten een zienswijze in te dienen. Daarnaast zijn alle 12 ontheffinghouders die gebruik maken van een schip tussen de 63 en 65 meter in de Noorder- of Zuidersluis schriftelijk op de hoogte gesteld van het ontwerpbesluit. In totaal zijn 19 zienswijzen ingediend door schippers, bedrijven, belangenorganisaties en andere overheden.

De provincie heeft in de tussenliggende periode nader onderzoek laten uitvoeren naar de economische gevolgen van de ontwerpbesluiten en naar de mogelijkheden om de Zuidersluis met open brug te kunnen schutten en heeft overleg gehad met een aantal indienaars van zienswijzen.
De resultaten hiervan zijn verwerkt in de ontwerp-antwoordnota.

Uit het onderzoek van het onderzoeksbureau Panteia blijkt dat:

Voor het vaargebied Flevopolder overtreft de monetaire veiligheidswinst de monetaire effecten van de vervoerskosten en de emissies. Een beperkt aantal schippers zal Flevoland niet meer in kunnen met hun schip van 63-65 meter, maar er is voor hen voldoende werk buiten Flevoland. Er zijn ruim voldoende schepen om het werk over te nemen.

Er zal hier naar verwachting geen negatieve modal shift optreden, waarbij het scheepvaartverkeer wordt overgenomen door vrachtauto’s.

Doordat de gevolgen in dit vaargebied beperkt zijn, is de aanleg van een aanvaarbeveiliging in de Zuidersluis in het kader van veiligheid niet specifiek nodig. Een keuze voor de aanleg van een aanvaarbeveiliging (á € 430.000,-) dient puur vanuit economische motieven te worden afgewogen.

In het vaargebied Noordoostpolder overtreffen de monetaire gevolgen van de vervoerskosten en emissies de monetaire veiligheidswinst. Een beperkt aantal schippers zal het vaargebied Noordoostpolder niet meer in kunnen met hun schip van 49,5 meter. Voor 1 schipper kan dit gevolgen hebben voor de bedrijfscontinuïteit. Voor de andere schippers is er buiten Flevoland voldoende werk. Er zijn echter een beperkt aantal schepen (6 stuks) die het werk kunnen overnemen.

Door het toelaten van schepen van 49,5 meter is er feitelijk geen sprake van een veiligheidsmarge en daardoor is er een hoger risico dan het schutten met een te kleine veiligheidsmarge zoals het onderzoeksbureau berekend heeft. Daarnaast is bij het schutten van 49,5 meter schepen de situatie voor de bedienaar moeilijker, doordat het overzicht wat door de veiligheidsmarges wordt gecreëerd, ontbreekt. Tevens worden minder dan 75 % van de ongevallen in de SOS-database geregistreerd, waardoor er een hoger risico op ongevallen is en zijn de maatschappelijke gevolgen voor fietsers en voetgangers niet meegenomen in de berekeningen.

Daarnaast verwacht het onderzoeksbureau dat de beroepsscheepvaart door toenemende eisen aan de schepen in het vaargebied Noordoostpolder tegen 2025 verdwenen zal zijn.

Alles afwegende kiest de provincie ervoor om de Urkersluis in te richten voor het schutten met de voorgestelde veiligheidsmarges tot 47,0 meter. Hierbij wordt de veiligheidssituatie verbeterd door de aanwezigheid van voldoende veiligheidsmarges.

Voor schuttingen van schepen tussen de 47,0 en de 49,5 meter komt de verantwoordelijkheid meer bij de schipper te liggen om te kunnen worden geschut met deze lengtes, aangezien de bedienaar in het geval zonder veiligheidsmarges beperkt overzicht heeft.
De voorwaarden zijn:

  • De aanwezigheid van een tweede personeelslid op de boot om het invaren en schutten meer gecontroleerd te laten lopen;
  • beter zicht op het voor en achtersteven van de boot en een scheiding tussen motorbediening en het vastleggen van de boot;
  • Het verplicht stellen van sterke nylon touwen zonder rek, zodat de boot niet kan varen tijdens de schutting;

Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de specifieke situatie in het vaargebied Noordoostpolder.

De combinatie van een beperkte beschikbare vloot, afnemende beroepsvaart en het veiligheidsrisico vraagt om maatwerk.