Voor en door schippers
Categoriën
Sociale Media

Boetebeleid

Tijdens het laatste overleg bij ILT is er, op aandringen van de ASV om de aangenomen Kamermotie uit te voeren, dan toch eindelijk gesproken over de evaluatie van het handhavings- en boetebeleid met betrekking tot de binnenvaart. In een mail geeft ILT een schets van het beoogde onderzoek.Daarnaast geeft ILT een terugmelding over de ontvangen casussen.

Evaluatieonderzoek uitbesteed maar aan welk “onafhankelijk onderzoeksbureau”?
De directie van de Inspectie Leefomgeving en Transport heeft besloten het evaluatieonderzoek uit te besteden aan een onafhankelijk onderzoeksbureau, de naam van het betreffende onderzoeksbureau is niet medegedeeld aan ons (de ASV), laat staan dat in overleg met de sector een onderzoeksbureau is aangesteld.

Wijze van evalueren eenzijdig vastgesteld door ILT
We lezen in een mededeling van ILT dat het onderzoek dat ILT voor ogen heeft uiteen valt in:

  • een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van de boetebedragen met andere modaliteiten,
  • een onderzoek naar de werkwijze van het toezicht op de Binnenvaartwet tot het onherroepelijk vaststaan van de boete. Centraal hierbij staat de vraag of in elke fase recht wordt gedaan aan de rechtsbeginselen, bijvoorbeeld of een inspecteur de juiste bevoegdheden gebruikt. ILT zal in het kader van dit onderzoek het onderzoeksbureau ook opdracht geven om interviews af te nemen in de sector. Daarbij worden vragen gesteld over de beleving van het toezicht maar ook over de kennis van de betrokkenen, de mate van organisatie en redenen van (niet) naleving.

Dat betekent dat een aantal zaken zoals:

  • zijn de boetes wel of niet in strijd met de Rechten van de Mens? Of
  • Zouden deze boetes wel onder bestuursrecht moeten vallen?
  • Zijn de boetes evenredig met het eventuele ontstane gevaar?
  • Zijn de boetes evenredig in overeenstemming met het genoten economische voordeel?

Hierbij niet aan de orde komen.

Geen goedkeuring voor deze wijze van evalueren van de sector
Er is niet aan de sector voorgelegd of dit de wijze is waarop de evaluatie zou moeten plaatsvinden laat staan dat er sprake is van enige vorm van “goedkeuring” voor deze werkwijze vanuit de sector.

Hoe te evalueren?
Voorafgaande aan deze mededeling vanuit ILT heeft de ASV diverse pogingen gedaan te bespreken hoe en waarop er geëvalueerd zou moeten worden.
Na diverse malen gevraagd te hebben aan ILT om aan te geven op welke wijze ILT de casussen aangeleverd wilde hebben heeft de ASV ten langen leste een voorstel gedaan om dan een format aan te leveren.

Minister informeert de Kamer onjuist
Tijdens het Algemeen Overleg in de Tweede Kamer wist, enkele dagen nadat de ASV met het voorstel kwam om een format te ontwikkelen, de Minister aan de Kamer mee te delen dat de sector al een format over de evaluatie van het boetebeleid had ontvangen en tevreden was met de wijze waarop dat format eruit zag. Op het moment dat de Minister dat mededeelde was er nog geen format toegestuurd door ILT aan de verschillende organisaties, laat staan dat dit met volledige instemming tot stand gekomen zou zijn. Dit geeft wel aan hoe ILT omgaat met de vraag om deze evaluatie en de wijze waarop de Kamer wordt voorgelicht.
Uiteindelijk heeft ILT een format gestuurd, op welke wijze de organisaties hun casussen aan zouden moeten leveren, waarop de ASV een tegenvoorstel heeft gedaan. Daar kwam geen antwoord op vanuit ILT, waarna de ASV de format dan maar op een wijze heeft ingevuld zoals we denken dat daarmee de zaak het meest recht gedaan wordt.

Zienswijze van ILT over het Format voor de casussen boetebeleid en handhavingsbeleid:
Het doel van de in te brengen casussen is volgens ILT om na te gaan of er sprake is van een redelijk dan wel onredelijk boetebeleid en handhavingsbeleid. Het is, stelt ILT, nadrukkelijk de bedoeling om naar voorbeelden uit de praktijk te kijken en dus niet naar theoretische casussen. Tot slot dient te worden opgemerkt dat de inbreng van een casus niet kan leiden tot vermindering van de boete van dat individuele geval. Voor het bestrijden van de opgelegde boete kan de belanghebbende gebruik maken van de bezwaar- en beroepsprocedure.

Dit was de tekst die de ASV naar ILT en alle betrokkenen (ook de andere bonden) daarover heeft gestuurd.

Tekst 1ASV
Geachte leden van het Strategisch Brancheoverleg

Hierbij wil ik u namens de ASV mededelen dat de wijze waarop de evaluatie via dit format gestalte dreigt te krijgen o.i. niet in lijn is met de opzet van de evaluatie zoals ten grondslag ligt aan de aangenomen motie.

De evaluatie is een voorstel vanuit de Tweede Kamer vastgelegd in een aangenomen motie. Aan die evaluatie gingen klachten vooraf betreffende de hoogte van de boetes en de wijze van handhaven. Naderhand is daar een petitie op gevolgd getekend door ruim 2.000 ondertekenaars.

O.i hoort de evaluatie recht te doen aan de reden waarom zij tot stand gekomen is.
Wat we hier als voorstel zien is dat er op individueel vlak casussen aangeleverd kunnen worden die dan per stuk bekeken/ beoordeeld zouden moeten worden. Dat gaat voorbij aan de kern van bepaalde vragen, zoals ik ook al aangegeven heb in het laatste overleg.

Ongeacht of en wie een bepaalde boete heeft gekregen en of diegene dan wel of niet een zienswijze heeft ingediend is de vraag volgens ons; wat vinden wij van de bestuurlijke boetes zoals ze er nu liggen?
Onderverdeeld in:

  • Wat vinden we van de hoogte van de boetes (proportionaliteit)? (eventueel onderverdeeld in categorieen schepen).
  • Wat willen we aanpassen?
  • Wat vinden we van de wijze van handhaven? Waar kan het beter?
  • Zijn de boetes overeenkomstig de uitgangspunten van ILT? Zo niet, wat kunnen we verbeteren?
  • Zijn de boetes overeenkomstig de uitgangspunten van de rechten van de Mens? Zo niet, waar dient het aangepast te worden?
  • Bereiken de boetes het gewenste effect? Zo niet, waarom niet?
  • Wat zijn de eventuele bereikte (negatieve) neveneffecten van de boetes? En wat moet er dan veranderen?

Ik stel hierbij namens de ASV voor het format dus breder te trekken dan dat wat er nu ligt.
Sunniva Fluitsma

Vervolgens zag de ASV zich na een overleg genoodzaakt hier nogmaals over te reageren naar ILT en gesprekspartners toe: 

Tekst 2 ASV

Geachte deelnemers aan het Strategisch Brancheoverleg

Naar aanleiding van de vergadering en het voorstel van een format tbv de evaluatie wil de ASV hierbij reageren. In de vergadering werd bij diverse voorbeelden gemeld dat betreffende voorbeelden niet besproken hoefden te worden omdat dat allemaal via een casus in te brengen zou zijn.
Bij het door ILT aangeleverde format echter gaat het alleen om daadwerkelijk uitgeschreven boetes. De motie spreekt echter net als wij (ook in de petitie) over een boete én handhavingsbeleid waar problemen mee zijn.

Ik stel dan ook voor een format aan te bieden waarbij zowel het boetebeleid als het handhavingsbeleid geëvalueerd kan worden. Dat zou er bijvoorbeeld als volgt uit kunnen zien als we het samenvoegen tot een format (een andere optie is twee formats te maken een voor boetebeleid een voor handhavingsbeleid). De ASV zal in ieder geval ook het handhavingsbeleid op deze wijze aanbieden in de vorm van een format, wij hopen natuurlijk dat dat breder gedragen zal worden.

Op beide mails gericht aan alle betrokkenen, ILT en overige bonden kwam geen enkele reactie.

Alleen ASV heeft casussen ingediend.
De diverse organisaties hebben van ILT dus de vraag ontvangen om casussen van leden in te dienen ten behoeve van de evaluatie van het boetebeleid. Er zijn een dertigtal casussen van de ASV ontvangen. De andere brancheverenigingen hebben geen casussen aangedragen. Dit werpt de vraag op of de beelden over het boetebeleid in de breedte met elkaar overeenkomen. Het werpt ook de vraag op waarom andere organisaties geen casussen hebben ingediend. Die 2.000 handtekeningen geven toch wel aan dat het probleem heel breed ligt.

Casussen ingediend.
11 casussen, ingediend door de ASV, gaan over een opgelegde boete. In het volgende brancheoverleg zullen enkele casussen over het boetebeleid geanonimiseerd besproken worden. De andere casussen zijn uiteenlopende opmerkingen c.q. klachten. In deze klachten worden onder andere het disfunctioneren van de medewerkers op de verkeersposten, (te) vaak controle, de snelheidscontroles door het Havenbedrijf, kennis en kunde van de toezichthouders naar voren gebracht.

Reactie ILT op ingediende casussen
ILT stelt vast dat uit de casussen blijkt dat de schippers een grote afstand ervaren om de stap te zetten om hun zienswijze of bezwaar in te dienen. Naar de mening van ILT kunnen “wij” samen optrekken om deze drempel te verlagen door hier voorlichting over te geven.
ILT zou dan in ieder geval de volgende boodschappen willen geven. Ten eerste is er geen juridische adviseur of advocaat nodig om je verhaal te doen. Uit enkele casussen komt naar voren dat er contact is geweest met een advocaat die aangaf dat bezwaar geen zin had. Ten tweede hoeft de zienswijze niet perse schriftelijk te worden gegeven. Wanneer bij Bureau Bestuurlijke Boete wordt aangegeven dat het schriftelijk indienen van de zienswijze lastig is kan er een afspraak worden gemaakt om deze mondeling te geven. Dit kan zowel telefonisch als tijdens een bezoek aan ons kantoor. Het bezwaar moet wel schriftelijk worden ingediend omdat dit wettelijk verplicht is. Maar ook hier kan de mondelinge toelichting (horen) zowel telefonisch als bij ons op kantoor plaatsvinden. Ten derde is het zo dat er sprake kan zijn van een bijzondere omstandigheid. Dit kan bij Bureau Bestuurlijke Boete worden aangegeven. Het is dan wel noodzakelijk dat de situatie, bijvoorbeeld financiële situatie, wordt aangetoond. Als de financiële situatie naar voren wordt gebracht als bijzondere omstandigheid dan vindt er een draagkrachtonderzoek plaats op basis van hetgeen is overlegd.

Reactie ASV op reactie ILT
ILT gaat hierbij geheel voorbij aan de grootste klacht wat betreft het indienen van bezwaar of zienswijze bij ILT: men heeft geen enkel vertrouwen in de beoordeling door ILT omdat in dit geval de slager het eigen vlees keurt. De ervaring leert ons dat ILT niets anders doet dan de boetelijstjes erbij halen en kijken of de hoogte overeenkomt met de overtreding. En dat is natuurlijk (over het algemeen) zo. Dat er argumenten zijn als “goed zeemanschap” of “te goeder trouw handelen” wordt niet meegenomen in de beoordeling. Ook het feit dat een straf niet in verhouding staat met het (eventueel) opgeleverde gevaar, of niet in verhouding met het eventuele economische voordeel wordt nergens meegenomen. Dat betekent dat schippers geen vertrouwen hebben in een goede rechtsgang en dat is schadelijk voor de hele maatschappij. Ook deze reactie van ILT is weer in de lijn met de wijze waarop ILT tot nu toe met dit onderwerp is omgegaan.
Daarbij wil de ASV nogmaals aanhalen dat een reactie vanuit ILT op de opmerking van de ASV dat de ILT handelt in strijd met de Rechten van de Mens kon rekenen op het antwoord: “dan moet je maar een rechtszaak aanspannen tegen de Staat”. Wil ILT echt weten wat er mis is aan het boetebeleid of is men zich alleen maar aan het verschansen tegen de kritiek? Als de WIL er niet is om echt met elkaar te evalueren dan zal het een moeizame zaak worden. Kennelijk heeft ook de petitie met meer dan 2.000 handtekeningen ILT er niet van kunnen overtuigen dat er echt iets moet veranderen aan dit beleid wil het op draagvlak kunnen rekenen in de binnenvaart.

5 december Aanbieding petitie tegen het boete- en handhavingsbeleid,
Op 5 december zal de petitie tegen het boete en handhavingsbeleid worden aangeboden aan de Tweede Kamer, 2 dagen later (7 december) zal in de Kamer een Algemeen Overleg plaatsvinden waarbij verschillende politieke partijen ongetwijfeld zullen willen weten hoe de evaluatie verloopt. De ASV zal in ieder geval de partijen van de gang van zaken op de hoogte stellen.

Sunniva Fluitsma