Algemeene Schippers vereeniging

Voor en door schippers

BERZOB

Een gesprek door Jos Evens met BERZOB (Bereikbaarheid Zuid Oost Brabant)

Onder het genot van koffie en Limburgse vlaai heeft Jos Evens namens de ASV een 2 uur durend gesprek gehad met Janneke Gramberg van BERZOB. Janneke is eerder in haar loopbaan o.a. Logistiek Manager geweest bij DSM, afdeling scheepsverlading vloeibare en gasvormige producten. Momenteel is het project Bereikbaarheid Zuid Oost Brabant de Limburgse grens al gepasseerd met deel name door Kalle&Bakker in Roermond en de Cargill-mouterij in Swalmen.

Vanuit BERZOB gezien was het gesprek voornamelijk om meer achtergronden te leren kennen van de binnenvaart, specifiek die, welke in dit vaargebied haar diensten kan verlenen.

Rode draad was vanuit de ASV de vaststelling, dat bij verladers, ondanks alle kreten over milieuwinst en modal shift richting watertransport, het prijsaspect altijd ver bovenaan stond en nog steeds staat. Dit gestaafd met voorbeelden uit de binnenvaart maar ook uit het wegtransport. Zoals bijvoorbeeld het feit, dat een Nederlandse wegvervoerder, die tot voor kort huisvervoerder was bij Mars in Veghel, in feite is afgedankt, omdat Mars gebruik gaat maken van een Russisch bedrijf, eigendom van de Ex. van Poetin, gefinancierd uit Gasprom-kapitaal.

Jos heeft benadrukt, dat we uiteraard blij zijn met elk initiatief, om vervoer naar het, in dit geval zuid-oost Brabantse, van de weg naar het water te halen, maar dat de meeste projecten tot nu toe werden opgestart met veel subsidie en bijzondere vergunningen voor overmaatse schepen of verminderde bemanningseisen. Hierdoor worden de bestaande vervoerders oneerlijk beconcurreerd en weggedrukt. Is de subsidie op zeker moment opgebruikt, dan blijken de nieuwe projecten niet meer haalbaar, maar is de trend van vrachtprijsverlaging ingezet. Of de voor het project gebouwde schepen worden via een faillissement weer voor een lage prijs in dezelfde markt ingezet.

Vergroening en vermindering van files met de bijbehorende milieubelasting door kanalen te verruimen en daarna zo groot mogelijke schepen in te zetten is ook in Brabant de grote drijfveer, maar de kleine schepen kunnen veel verder in het binnenland van meestal Frankrijk geladen worden. In het nieuwe concept moet die lading dikwijls meer dan 100 km. ver per vrachtwagen opgehaald worden, waardoor de milieubelasting enkel verschuift. Dit met voorbeelden aangegeven.

Daarnaast aangegeven, dat uitstootgegevens van de binnenvaart, die door instanties in de milieuoverwegingen worden genoemd, veelal berusten op aannames, terwijl praktijkberekeningen aantonen, dat die uitstoot bijna een factor 3 kleiner is. En dat daarnaast ook is aangetoond, dat de uitstoot van fijnstof bij scheepsmotoren weliswaar groter is als bij de laatste versies vrachtwagenmotoren, maar dat het ultrafijnstof, wat die motoren in de plaats daarvan uitstoten, veel schadelijker voor de gezondheid is.

Dit zou voor verladers reden moeten zijn om de binnenvaart nog veel meer als groen alternatief te omhelzen. Ook de heel kleine binnenvaart.

Volgens mevr. Gramberg zou daarnaast juist die heel kleine binnenvaart geschikt zijn voor het via een soort inzamelnetwerk op verschillende plekken laden van kleinere hoeveelheden ingezameld afval van bv. milieustraten, om het te vervoeren naar de verwerkingsbedrijven.

Zeker is, dat het in kaart brengen van bedrijven, die iets met binnenvaart zouden kunnen doen, een belangrijke taak is. In dit verband heeft Jos nog gewezen op het al decennia lang bestaan van ROC's (Regionale overslagcentra, waarvan ooit ook de opzet was, kleinere goederenstromen, ook bulkgoederen, bijeen te brengen, of van daaruit te verspreiden. Ook per klein schip, en niet alleen containers te behandelen tussen weg- en watervervoer.

Al met al een heel zinvolle kennismaking.