Algemeene Schippers vereeniging

Voor en door schippers

Special beroepskwalificaties (deel 3)

Wat doet u voor werk? Het is een veel gestelde vraag in de wereld. Als iemand dan in de Europese binnenvaart werkzaam is zal daar echter een variëteit aan antwoorden op komen; schipper, 1e kaptein, 2e kaptein, stuurman (met of zonder vaarbewijs, volmatroos, matroos, lichtmatroos, deksman enz. En dat is alleen al in Nederland. In het grote Europa is er een woud aan kwalificaties, bekwaamheidseisen en opleidingen. Elk land (alsmede de Europese Commissie en de diverse riviercommissies) heeft het op hun eigen wijze ingevuld.

De Europese Commissie heeft de wens om op het gebied van beroepskwalificaties één Europese binnenvaartmarkt te realiseren. Dat is op geen enkel onderwerp een makkelijke klus en dat blijkt ook wel uit de studie die Panteia heeft uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie (DG MOVE). Het rapport samen met de probleemanalyse telt 340 pagina’s, in het engels.

Beide zijn te vinden op de website van de ASV.

De ASV vindt het van belang dat de binnenvaart op de hoogte wordt gebracht van de inhoud van deze studie. Aangezien het een dik rapport is met een diversiteit aan onderwerpen behorende bij beroepskwalificaties, zal deze special worden opgesplitst in drie delen. De bedoeling was om in dit derde deel het gedeelte uit het rapport over opleidingen en de voertaal te behandelen. Er is echter al een voorstel gepubliceerd door de Europese Commissie van een nieuwe Richtlijn over beroepskwalificaties. Deze Richtlijn zal de huidige Richtlijn 96/50/EG gaan vervangen. Het voorstel is op het moment alleen beschikbaar in de Engelse taal en is bijgevoegd bij het rapport op de website van de ASV.

Tijdens de ledenvergadering van 19 maart 2016 heeft Ron Breedveld twee belangrijke wijzigingen aangehaald die hier zullen worden toegelicht:

Kennis van Specifieke Situaties (KSS)
Dit onderwerp is in het eerste deel van de special behandeld (nieuwsbrief oktober 2015) en met namen de Rijn en de Donau zijn vaarwateren waar dit wordt vereist van de schipper (kennis riviergedeelte). In de huidige Richtlijn is het aan de landen waar deze rivieren doorheen lopen zelf om te bepalen dat extra kennis noodzakelijk is en welke kennis dat dan moet zijn. Ook de wijze van examineren en het benodigde aantal dagen/reizen kunnen de landen zelf vaststellen. Dat gaat echter veranderen in de nieuwe Richtlijn.

Er zal een Europees vaarbewijs worden ingevoerd dat op alle maritieme vaarwateren van de Europese Unie geldig is (Dit is vergelijkbaar met het rijbewijs waarbij het nieuwe vaarbewijs eveneens een beperkte geldigheid zal hebben van 10 jaar). De Europese Commissie zal op basis van bepaalde criteria vaststellen welke vaarwateren een maritiem karakter hebben en hiervan een lijst opstellen. Op deze maritieme vaarwegen zal het EU-vaarbewijs geldig zijn zonder enige beperking.

Echter, in de Richtlijn is opgenomen dat Lidstaten wel op bepaalde maritieme vaarwateren, of gedeelten daarvan, wel hiervan af mogen wijken en bijvoorbeeld extra kennis van de vaarweg vereisen van de schipper. De Europese Commissie zal dit wel toe moeten staan en de desbetreffende Lidstaat zal moeten aantonen dat extra maatregelen noodzakelijk zijn. Ook hiervoor zal de Europese Commissie criteria opstellen.

Tevens wordt middels de Richtlijn geregeld dat Lidstaten de mogelijkheid moeten bieden dat in het geval extra kennis vereist is, dit getoetst kan worden in een andere Lidstaat dan waar de vaarweg ligt.

Medische keuring.
In het tweede deel van de special, welke in de vorige nieuwsbrief (februari) stond, zijn de medische keuringen behandeld. Vanuit de studie die Panteia heeft uitgevoerd zijn er drie opties aan de Europese Commissie voorgelegd:

  1. De CCR volgt de Richtlijn en schaft de vijfjaarlijkse keuring na 50 jarige leeftijd af (zo ook die bij 50 jaar)
  2. In navolging van de CCR voert de EU de eerste keuring bij 50 jaar met een interval van vijf jaar tot en met 65 jaar.
  3. Een voorstel van Nederland wordt ingevoerd waarin medische keuringen moeten worden ondergaan op 60-, 65-, en 70-jarige leeftijd, en na 70 jaar oud elke twee jaar.

In de nieuwe Richtlijn heeft de Europese Commissie ervoor gekozen om het Nederlandse voorstel (optie 3) te volgen.

Vervolg Zoals vermeldt is het volledige voorstel beschikbaar op de website van de ASV. Zodra een Nederlandse versie bekend is zal die de Engelse vervangen. Het is een voorstel van de Europese Commissie dus voor de ASV is er nog de mogelijkheid om haar zienswijze op dit voorstel kenbaar te maken bij het Europees Parlement. Uw opmerkingen bij dit voorstel zijn van harte welkom als input voor die zienswijze. Het streven van de Europese Commissie is om de Richtlijn in 2019 van kracht te laten worden.