Algemeene Schippers vereeniging

Voor en door schippers

Gesprek tussen ASV en Rijkswaterstaat

Op maandag 18 januari 2016 heeft de ASV een overleg gevoerd met Rijkswaterstaat (RWS) over de bouw van de nieuwe zeesluis in IJmuiden.

Vanuit RWS waren aanwezig:
Jan Rienstra (omgevingsmanager RWS)
Annette Metten (adviseur omgevingsmanagement Zeetoegang IJmuiden, RWS)
Ben Timmerman (Senior juridisch adviseur Rijkswaterstaat West-Nederland Noord ) 

Vanuit de ASV waren aanwezig: David Twigt en Sunniva Fluitsma

Rijkswaterstaat had een papieren presentatie voor de ASV klaarliggen die men ook digitaal naar de ASV zal versturen. Er werd gesproken over:

  • Doel en uitgangspunten
  • Fasering op hoofdlijnen
  • aanpak van het sluizencomplex

Uitgaande van het feit dat de hand-out toegestuurd zal worden zal ik alleen de op- en aanmerkingen vanuit de ASV bespreken met de eventuele antwoorden.

Opmerking vanuit de ASV:
Als er gesproken wordt over het nut van een nieuwe grote zeesluis schrijft men in de hand-out dat dat als doel heeft “ruimte te bieden voor meer goederenvervoer”. De ASV merkt op dat het toch ook zeker de grote passagiersschepen zijn waar die sluis voor nodig zou zijn. Dat wordt door RWS onderkend.
Vervolgens vraagt de ASV of we goed begrepen hebben dat er subsidie vanuit Europa uitgetrokken wordt voor dit project. Dat blijkt zo te zijn. De ASV refereert aan het feit dat men in Zeeland de nieuwe zeesluis omschreef als “binnenvaartsluis” omdat er daarmee (meer) subsidie van Europa vrij zou komen. Ook in Noord-Holland blijkt het dat men zoekt naar de juiste omschrijving om subsidie te verkrijgen. De ASV stelde dat als er vanuit het perspectief van stimulering van de binnenvaart subsidie verkregen wordt om een grotere sluis te bouwen de binnenvaart dan zeker niet de kind van de rekening mag worden door bijvoorbeeld verdwijnen van ligplaatsen.

Ligplaatsen zouden kunnen verdwijnen omdat er misschien een dam gebouwd gaat worden in het spuikanaal om zoet van zout water gescheiden te houden, waarbij bestaande ligplaatsen verloren gaan. RWS geeft onmiddellijk aan dat die ligplaatsen dan op een andere plek terug moeten komen. De ASV wijst erop dat het dan ook om een bepaalde kwaliteit ligplaatsen gaat waarbij een paar palen slaan niet genoeg is als een schipper daarmee niet van het schip af kan.

Naar aanleiding van de afmetingen van de sluis (500X70X18 meter) vraagt de ASV of men zich rekenschap geeft van de enorme hoeveelheden water die in een maal weggeschut worden en wat de gevolgen eventueel zouden kunnen zijn bij bijvoorbeeld laag water voor de schepen in het Noordzeekanaal, Amsterdam-Rijnkanaal en verder. RWS neemt deze opmerking mee.

Fietsbrug
De ASV refereert aan het feit dat er plannen zijn om een fietsbrug over het IJ te realiseren waarbij het wel eens zou kunnen zijn dat men het nut van de vergroting van de sluis teniet doet als dezelfde schepen even verderop gehinderd worden door een te kleine, lage en/of te smalle fietsbrug. Ook RWS is zich hiervan bewust en houdt het scherp in de gaten

Minimalisering hinder voor scheepvaart, wegverkeer en de omgeving:
Om de overlast te beperken voor wegverkeer en omgeving denkt men er aan dat het eventueel een optie is spitssluitingen voor de scheepvaart in te stellen. De ASV heeft uitgelegd dat het in veel gevallen een misverstand is te denken dat deze spitssluitingen veel op zouden lossen. Daarmee wordt afgesproken dat de ASV diverse rapporten van RWS opstuurt waaruit uit onderzoek blijkt dat spitssluitingen voor het wegverkeer heel beperkt iets oplost maar de schade voor de (binnen)vaart onevenredig groot is. (Deze rapporten zijn inmiddels opgestuurd ). RWS zal zorgvuldig nadenken over (andere) oplossingen.

Tenslotte wordt de ASV uitgenodigd aanwezig te zijn op een workshop met de stakeholders die betrokken zijn bij de bouw van de nieuwe zeesluis, 2 dagen na dit gesprek op woensdag 20 januari.

De ASV neemt de uitnodiging aan en dankt alle aanwezigen voor de open wijze waarop wij met elkaar van gedachten konden wisselen.

Tot zover,
Sunniva Fluitsma