Algemeene Schippers vereeniging

Voor en door schippers

Bezwarencommissie inzake ligplaatsenbeleid Merwedekanaal: “provincie in het ongelijk gesteld”

Het zal u niet ontgaan zijn dat er enige tijd geleden veel commotie is ontstaan over het gewijzigde ligplaatsenbeleid van de provincie Zuid-Holland op het Merwedekanaal. Plotseling heerste er een streng regime wat betreft handhaving van het ligplaats nemen van maximaal 7 dagen. Die commotie mondde uiteindelijk uit in een hoorzitting waarbij de adviescommissie de schippers in het gelijk stelde en de provincie dwingt haar beleid te herzien.

Het is dus allemaal niet voor niets geweest, lijkt het. Alle radioprogramma’s, krantenartikelen, facebookpagina’s, twitterberichten, beroepsprocedures, gesprekken met de handhavende partij, gesprekken met de dienst beheer Infrastructuur van Gedeputeerde Staten, de gang naar de voorzieningenrechter, bezwaarschriften, en het spreken op de hoorzitting hebben geleid tot begrip van de adviescommissie voor de situatie van de particuliere schipper en tot onbegrip voor het stringente onnodig strenge handhavingsbeleid van de provincie Zuid-Holland. In dit alles heeft de ASV een voortrekkersrol gespeeld, zowel als organisatie als door de individuele leden. Vele anderen sloten zich hierbij aan of droegen op hun eigen wijze een steentje bij. De ASV heeft er intussen een dossier over opgesteld, voor iedereen toegankelijk op haar site.

Het advies inzake bezwaarschrift
26 februari jl. diende de hoorzitting waar diverse sprekers hun bezwaar konden toelichten. 5 maart bleek de bezwarencommissie reeds naar aanleiding van die hoorzitting haar conclusies getrokken te hebben inzake het ligplaatsenbeleid van de provincie Zuid Holland op het Merwedekanaal. 14 april zond gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland dit advies inzake de bezwaarschriften naar alle betrokkenen inclusief een begeleidende brief. In het 46 pagina’s tellende advies staan bondig de voorgeschiedenis van het besluit, de bezwaren van de indieners van het bezwaar, de overwegingen van de bezwarencommissie om te komen tot haar besluit, het verweer van de gedeputeerde Staten en de inbreng van de diverse deelnemers aan de hoorzitting. Het geeft dus een heel compleet beeld van hetgeen heeft geleid tot de conclusie van de bezwarencommissie. Opvallend is dat er drie conclusies getrokken worden:

  • Men besluit onze bezwaren gegrond
  • Men besluit dat de provincie Zuid-Holland niet de bevoegdheid heeft om in het gedeelte dat tot Utrecht behoort te handhaven
  • De adviescommissie herroept het bestreden besluit inzake het ligplaatsenbeleid in het Merwedekanaal en het verbindingskanaal.

Interessant detail is dat de commissie zelf ter berde heeft gebracht dat de provincie niet bevoegd zou zijn te handhaven in de provincie Utrecht. Verder is een kernpunt van de conclusie dat de provincie onvoldoende de specifieke belangen van de actieve beroepsvaart heeft betrokken bij het besluit.

Veiligheid of instandhouding vaarweg zijn drogredenen.
De bezwarencommissie stelt vast dat niet zozeer de veiligheid of de instandhouding van de vaarweg in het geding is maar dat men een manier zoekt om te kunnen handhaven in het Merwedekanaal. Volgens de commissie wil de provincie voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van de 7 dagen regeling maar, stelt de commissie, tijdens de hoorzitting is gebleken dat dit misbruik niet plaatsvindt door de actieve beroepsvaart.

Een warm hart voor de actieve beroepsvaart
De commissie concludeert dat de provincie zegt de belangen van de actieve beroepsvaart te willen behartigen waarbij de strikte wijze waarop werd gehandhaafd niet de bedoeling zou zijn. De commissie stelt bovendien vast dat de provincie toegeeft dat het verkeersbesluit onbedoelde effecten heeft voor de binnenvaart. Bovendien handhaaft Provincie Zuid Holland in de provincie Utrecht en volgens de commissie mag zij dat niet doen.

Verregaande vorm van handhaven onnodig
Vervolgens trekt de commissie de conclusie dat deze verregaande vorm van handhaven helemaal niet nodig blijkt te zijn omdat gedurende de beroepsprocedure, waarin niet gehandhaafd is, er zich geen excessen hebben voorgedaan wat beroepsvaart betreft. Problemen ontstonden wel door schepen anders dan beroepsvaart maar daarbij bleek dat als zij aangesproken werden op het overtreden van deze regel dit voldoende was om uitwassen te voorkomen.

Een verkeersbesluit zonder gedegen vooronderzoek
De bezwarencommissie verwijt de provincie dat zij dit besluit heeft genomen zonder voldoende de feiten, omstandigheden en (onbedoelde) effecten te onderzoeken. Ook neemt men de provincie kwalijk dat zij geen andere handhavingsmogelijkheden heeft onderzocht.

7 dagen regeling niet onderbouwd
Nergens heeft de provincie naar de bezwarencommissie toe aannemelijk weten te maken waarom men besloten heeft tot het beperken van de mogelijkheid tot ligplaats nemen tot 7 dagen. De argumenten van de provincie hiervoor zijn gebaseerd op incidenten (instortende oevers) die volgens de commissie niet bepalend dienen te zijn voor een algemeen beleid.

Besluit onvoldoende bekendgemaakt
Ook de kritiek die onder andere de ASV had geuit over het feit dat dit besluit onvoldoende op voorhand aan de betrokkenen (actief varende beroepsvaart) is medegedeeld werd onderschreven door de bezwaarcommissie. Hierbij volgt zij de opmerkingen gedaan door de ASV tijdens de hoorzitting waarbij gesteld is dat men wellicht juridisch gedekt is door de publicaties in de plaatselijke media maar daarbij voorbij gaat aan de belangen van de beroepsvaart.

Wat nu
Op dit moment is daarmee het oude verkeersbesluit (van 3 november 1998) weer van toepassing waarbij Gedeputeerde Staten duidelijk maakt dat men voornemens is een nieuw verkeersbesluit voor het Merwedekanaal en het Verbindingskanaal voor te bereiden. Wij, als ASV hopen en rekenen er ook eigenlijk op dat organisaties die zijn opgericht om de nautisch technische zaken voor schippers te behartigen zoals de vereniging BLN Schuttevaer in de toekomst alerter zullen reageren en hun oor tijdig te luisteren zullen leggen bij de schippers.

Al met al mogen we onszelf feliciteren, want deze slag is gewonnen. Dat is belangrijk omdat we om ons heen als een olievlek deze steeds strenger wordende handhaving zagen oprukken en wij onze omgeving duidelijk moeten maken dat dat zo niet kan en waarom dat zo niet kan.

Deze uitspraak is ook belangrijk omdat de schippers aannemelijk hebben weten te maken dat zij een groep zijn waar rekening mee gehouden dient te worden. Het gaat om meer dan dit besluit. Het gaat erom dat de binnenvaart weer in het hoofd en het hart komt van de beleidsmakers en dit is een eerste stap. We gaan door….

Sunniva Fluitsma, ASV