Page 9 - Enquete_Europa_red_de_binnenvaart
P. 9
Hoofdstuk 1 Aanleiding doel en aanpak enquête
De aanleiding voor een gesprek in januari 2023 van het Nederlands bedrijfsleven
(binnenvaartbrancheorganisatie ASV, de vertegenwoordigende organisatie van de verladers:
evofenedex en scheepsverzekering EOC) met de Europese Commissie voor transport en Mobiliteit DG
MOVE was het tekort aan (kleinere) binnenvaartschepen ten tijde van het lage water, de gevolgen van
klimaatverandering en daarmee de behoefte aan het voortbestaan van alle binnenvaartschepen die er
voorhanden zijn op dit moment.
Omdat er een koude sanering van binnenvaartschepen plaatsvindt, afgedwongen door de CCR (de
Centrale Commissie voor de Rijvaart) worden noodzakelijke binnenvaartschepen node gemist. Het
bedrijfsleven heeft daarom aan DG MOVE gevraagd of Europa in deze situatie in zou kunnen grijpen; dat
bleek te kunnen als een land die dispensatie zou aanvragen (die men, verwarrend genoeg, net als de
CCR ook “hardheidsclausule” noemt) en men Europa zou kunnen overtuigen van de noodzaak van die
interventie.
Nieuwbouwregels voor bestaande schepen leidt tot koude sanering binnenvaartvloot
Algemeene schippers vereeneging 2023
Deze interventie is noodzakelijk omdat de CCR in 2003 heeft besloten dat met terugwerkende kracht
nieuwbouwregels op bestaande schepen van toepassing zijn met als DOEL dat de schepen van de markt
verdwijnen (en vervangen zouden worden door nieuwbouw). De realiteit is anders. Schepen verdwijnen
wel, maar er komt nauwelijks tot geen nieuwbouw voor in de plaats in de categorie schepen tot 1.500
ton (technisch en economisch onhaalbaar).
Tekort kleinere schepen is onomkeerbaar
De kleinere schepen worden dus vervangen door vrachtwagens. Dat is een onomkeerbaar proces omdat
nieuwbouw van kleinere schepen technisch en economisch onhaalbaar is zoals ook al in het rapport van
Panteia en Erasmusuniversiteit duidelijk werd gesteld (mede dankzij diezelfde CCR/CESNI- eisen).
Onzinnige investeringen leiden tot minder innovaties
Dit beleid heeft niet alleen tot een tekort aan (kleinere) schepen geleid, het heeft er ook voor gezorgd
dat scheepseigenaren gedwongen zijn investeringen te doen die hun schepen niet veiliger en/of
milieuvriendelijker maken, maar hen wel onmogelijk heeft gemaakt zinvolle innovaties te
bewerkstelligen. Dit zien we terug in de antwoorden door de scheepseigenaren van de enquête.
Oneerlijke concurrentie
Daarbij zorgt deze enorme financiële aderlating voor de binnenvaartondernemers natuurlijk voor
oneerlijke concurrentie met de andere vervoersmodaliteiten zoals vrachtwagen en spoor. En dat is
vreemd omdat regelmatig benadrukt wordt hoe belangrijk een “level playingfield” zou zijn. Toch wordt
dit koude saneringsbeleid al tientallen jaren toegepast op een sector waarvan men zegt dat men er veel
waarde aan hecht.
Nadat bleek dat DG MOVE overtuigd was van het belang van een binnenvaartvloot die compleet en
divers is, waarbij alle vaarwegen en dus ook de kleinere vaarwegen benut zouden moeten worden,
waarbij dus de kleinere schepen een grote waarde hebben, en waarbij DG MOVE opriep om vooral
binnen Europa dit probleem aan de orde te stellen heeft de ASV contact opgenomen met het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat in de hoop dat men stappen zou ondernemen om dit desastreuze
traject te stoppen.
Uitkomsten enquête betreffende de effecten van het aflopen van de langlopende overgangsbepalingen in ES-TRIN (2025/2041)
6