Voor en door schippers
Categoriën
Sociale Media

Het binnen Nederland aan de orde stellen van deze problematiek (3 b)

De overgangsbepalingen van het ROSR en Richtlijn 2006/87/EG

Het is wenselijk om in de richting van individuele ondernemers duidelijkheid te geven omtrent de toepassing van de hardheidsclausule bij de afloop van de overgangsbepalingen van het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR) en de Richtlijn 2006/87/EG. Dit document is in overleg tussen het Nederlandse bedrijfsleven en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat tot stand gekomen en heeft het doel die duidelijkheid te scheppen.

Dit document heeft betrekking op binnenschepen (doelgroepschepen) waarop de overgangsbepalingen van het ROSR en de Richtlijn 2006/87/EG van toepassing zijn en die problemen ondervinden, of verwachten te ondervinden, bij het moeten voldoen aan één of meer bepalingen waarvan de overgangstermijn afloopt.

Uitgangspunt voor alle partijen blijft een inspanningsverplichting voor een individuele ondernemer om zijn schip zo goed mogelijk aan de eisen van het ROSR en de Richtlijn 2006/87/EG te laten voldoen. Schepen die bij toepassing van de hardheidsclausule uitstel of een langere dan wettelijke overgangstermijn verkrijgen voor bepaalde onderdelen van het schip, dienen bij verbouw of ombouw van die onderdelen aan de nieuwe eisen te voldoen (zoals dat geregeld is in zowel het ROSR als de Richtlijn 2006/87/EG).

De reguliere toepassing van de hardheidsclausule (zie hieronder punt 1) is buiten de in dit document beschreven onderwerpen onder punt 2 en verder, natuurlijk gewoon mogelijk. Binnen de CCR en bij de Joint Working Group van de EU is afgesproken dat daarmee coulant zal worden omgegaan.

Omdat de crisis in de binnenvaart de mogelijkheden voor extra krediet (die wellicht nodig is om te kunnen voldoen aan bepalingen waarvoor de overgangstermijn afloopt) beperkt, zal getracht worden een bijzondere toepassing van de hardheidsclausule te realiseren in de CCR en de EU. Er wordt gekozen voor de weg van de hardheidsclausule omdat een wijziging van de regelgeving eenvoudigweg te lang duurt. Met een eenvoudig criterium als een minimale noodzakelijke investering kan op korte termijn uitstel bereikt worden. Dit uitstel dient overigens door middel van een aanbeveling (met instemming van de lidstaten) door de CCR en de EU verleend te worden. Na het verlenen van de aanbeveling kan de IVW dit verwerken in het certificaat van onderzoek van het schip.

In de onderstaande punten wordt uitgeschreven wat als uitgangspunt gehanteerd zal worden bij de inzet van het Nederlandse bedrijfsleven en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in de CCR en de EU.

1 Algemeen uitgangspunt reguliere toepassing hardheidsclausule

Indien de hardheidsclausule regulier wordt toegepast (dus niet op grond van het onder punt 2 gestelde), is deze van toepassing gedurende de verdere levensduur van het schip, tenzij de betreffende delen van het schip worden vervangen of omgebouwd. Worden bestaande delen vervangen door delen welke in technische zin en bouwwijze gelijk zijn, dan wordt dit niet beschouwd als vervanging (dit is de huidige wettekst).

2 Bijzondere toepassing hardheidsclausule vanwege de crisis

Indien de cumulatieve investeringen die als gevolg van de afloop van de overgangsbepalingen in 2010 in doelgroepschepen moeten worden gedaan een bedrag van € 2500 overschrijden, kan een bijzondere aanspraak gemaakt worden op de hardheidsclausule, genoemd in Art 24.04, vierde lid. Deze bijzondere aanspraak bestaat erin dat bij verlenging van het certificaat van onderzoek in 2010 en 2011 niet aan de bepalingen waarvan de overgangsbepaling is afgelopen behoeft te worden voldaan. Het certificaat van onderzoek zal worden afgegeven voor de reguliere geldigheidsduur en op het certificaat zal worden aangetekend van welke overgangsbepalingen het schip gebruik blijft maken.

Bij de vaststelling van de hoogte van de investering wordt uitgegaan van zoveel mogelijk eigen werkzaamheid van de schipper. Bij de vaststelling van de hoogte van de benodigde investering zal uitgegaan worden van de informatie van de schipper (vertrouwensbeginsel).
In 2011 zal besproken worden of de termijn voor de bijzondere toepassing verlengd moet worden. Dit zal afhankelijk zijn van het herstel van de markt.

3 De overgangsbepalingen die op een later tijdstip aflopen

Vanuit het bedrijfsleven wordt de wens geuit om ook voor data in de toekomst een bedrag vast te leggen waarboven gebruik gemaakt zou kunnen worden van de hardheidsclausule. Het voordeel van een dergelijke benadering zou zijn dat een schipper nu al weet waar hij met zijn schip in de toekomst aan toe is. De overheid heeft moeite met een dergelijke generieke benadering; ieder schip is anders en bij toepassing van het criterium onevenredig hoge kosten zal ook rekening gehouden worden met de reeds gedane investeringen en de mate waaraan het schip al voldoet aan de regelgeving. Overeengekomen wordt dat nader onderzoek nodig is en dat daarvoor zo snel mogelijk stappen zullen worden gezet. Er zullen per scheepscategorie twee case studies opgepakt worden, waarbij ook het maximum geluidsniveau meegenomen zal worden. Het bedrijfsleven zal de categoriën benoemen en de IVW zal bij schepen die toch geïnspecteerd gaan worden voor verlenging van het certificaat extra onderzoek doen en metingen verrichten. Er zal naar gestreefd worden deze fase nog voor het eind van het jaar af te ronden. De volgende stap zal bespreking van de resultaten in EU en CCR zijn.

4 Maximum geluidsniveau, artikelen 3.04, lid 7, 7.01, lid 2 en 12.02, lid 5.

De huidige meting wordt bij 95% van max schroeftoerental gedaan (Nederlandse ROSR/EU dienstinstructie 5). In de Nederlandse regelgeving bestaat de mogelijkheid om het motorvermogen met maximaal 25% te reduceren (nationale beleidsregel nr. DGG/J-01/000693, stcrt.2001,14) waarbij overigens wel met een proefvaart moeten worden aangetoond dat het schip bij het gereduceerde vermogen voldoet aan de in hoofdstuk 5 omschreven  manoeuvreereigenschappen.

Voor de doelgroepschepen zullen de geluidsmetingen plaatsvinden bij 75 % van het motorvermogen. Indien de schepen ook dan nog niet volledig kunnen voldoen aan de geluidseisen wordt van de toegelaten niveaus van de geluidsdruk afgeweken, mits in redelijke mate voorzieningen zijn getroffen om het geluidsniveau in de woning en de stuurhut zoveel mogelijk te reduceren.

5 Gasdichte afscheiding woningen en machinekamers, artikel 3.03, lid 4.

De gasdichtheid van verblijven en stuurhut is in voldoende mate aangetoond wanneer door middel van geschikte brandwerende afdichtingspluggen en afdichtingskit de gasdichtheid is gerealiseerd. Dit wordt gecontroleerd met een visuele inspectie. 

6 Dubbele stuursystemen, artikel 6.06, lid 1.

Door IVW zal een duidelijke toelichting op de bestaande regelgeving geschreven worden.

7 Verbod dagtanks boven motoren en uitlaten, artikel 8.05, lid 4.

Vanwege de discrepantie tussen de bepaling zelf en de tekst van de overgangsbepaling, worden de huidige voorschriften met betrekking tot de dagtank boven de motoren  besproken. Inzet is een situatie waarin een dagtank zich wél boven de motor of uitlaat mag bevinden mits voorzien van een deugdelijk en professioneel aangebrachte opvanginrichting die olielekkage opvangt en alarmeert voordat gevaarlijke situaties ontstaan. Dit kan vervolgens met een nog op te stellen dienstaanwijzing worden beschreven.

8 Lichtdoorlaatbaarheid ruiten stuurhuizen, artikel 7.02, lid 5.

Er worden drie deelterreinen onderscheiden waarop beslissingen genomen moeten worden: a) hercertificering, b) handhaving en c) kwalitatief onderzoek naar de effecten van de huidige eisen.

Ad a) Voor de periode tot 2011 kan gebruik gemaakt worden van de bijzondere toepassing van de hardheidsclausule voor deze eis (zie onder punt 2).

Ad b) Aan de handhavingsinstanties in de CCR en de EU zal verzocht worden in deze periode een terughoudend verbaliseringsbeleid te voeren. (de authoriteit aanspreken in plaats van schipper bij geconstateerde gebreken)

Ad c) Het bedrijfsleven zal verzoeken om het onderwerp op het werkprogramma van JWG en RV te plaatsen, waarna overheid en bedrijfsleven een geconcerteerd onderzoek zullen doen.

9 Hoofdstuk 12

Overwogen wordt de voorschriften met betrekking tot de priveverblijven zodanig te herformuleren dat deze niet ingrijpen in de privacy van de schipper/eigenaar en zijn gezin..