Voor en door schippers
Categoriën
Sociale Media

Het binnen Nederland aan de orde stellen van deze problematiek (3 c)

De hardheidsclausule, reddingsboei of fopspeen, hoe gaat het uitwerken?

Juist in deze tijd van crisis is het meer dan ooit nodig dat ondernemers vertrouwen houden in de toekomst. Maar juist nu wordt dat vertrouwen ondermijnd door de onzekerheid van heel veel schippers. Kan ik mijn schip laten voldoen aan de CCR eisen, hoeveel gaat het me kosten en valt het ooit terug te verdienen?

De datum van ingang van de CCR eisen (ROSR) komt steeds dichterbij.  Er wordt gesproken over uitstel van twee jaar, maar er is nog geen besluit genomen. Er wordt gesproken over uitzonderingen, aanpassingen en dergelijke maar ook die besluiten laten maar op zich wachten.

In overleg met de Nederlandse vertegenwoordigers van EBU en ESO op 5 maart 2009 is over de hardheidsclausule door DGLM en IVW een toelichting gegeven en de conclusies zijn in het onderstaande verwoord.

” De hardheidsclausule
Artikel 24.04  Overige afwijkingen
4.  Indien de toepassing van de in dit hoofdstuk genoemde bepalingen na afloop van de overgangsbepalingen in de praktijk moeilijk uitvoerbaar is of
onevenredig hoge kosten met zich brengt, kan de Commissie van Deskundigen op grond van aanbevelingen van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart afwijkingen van deze voorschriften toestaan. Deze afwijkingen moeten in het  certificaat van onderzoek worden aangetekend.
Dat deze clausule uitsluitend in individuele gevallen kan worden toegepast  volgt onder andere uit het feit dat de toegestane afwijking in het certificaat moet worden aangetekend.
Het aannemelijk maken dat de toepassing van een bepaling moeilijk uitvoerbaar is of onevenredig hoge kosten met zich brengt dient uiteraard door betrokkene gedaan te worden. Hij kan daarbij natuurlijk ondersteund worden door zijn branche-organisatie. De coulance, waarover de  Staatssecretaris in het AO van 3 februari sprak, houdt in dat in redelijkheid technisch wordt meegedacht door IVW. Daarnaast zal IVW assisteren bij het opstellen van de aanvraag aan de CCR.
Of er een aanbeveling gedaan wordt om af te wijken van de voorschriften wordt dus door de CCR besloten. De Nederlandse delegatie zal zich in de discussie over dat besluit ook coulant opstellen.
In z’n algemeenheid kan gesteld worden dat het makkelijker wordt om een  aanbeveling van de CCR te krijgen naarmate betrokkene grotere financiële inspanningen heeft verricht en door (andere) maatregelen het gestelde doel  ichter benaderd heeft. “
 

Opmerkingen ASV

Coulance, alweer een wassen neus

Er wordt  meerdere malen gerefereerd aan de coulance waar de staatssecretaris over sprak in verband met de keuringen. Dat lijkt heel wat maar als je de tekst leest stelt dat niets voor en dat is ook logisch want wij willen erop wijzen dat in geval van CCR dit niet iets is waar een land zelfstandig een mate van coulance in toe kan passen. Kom je met je schip over de grens dan wordt gewoon gekeken of je aan de regels voldoet, ook nu al wordt er in Duitsland op gecontroleerd. Coulance wordt uitgelegd als “technisch meedenken” door de IVW. En coulant opstellen door de Nederlandse  CCR delegatie in de discussie.  Dat zal vast niet zijn wat de kamerleden hadden begrepen tijdens het overleg toen de staatssecretaris hen geruststelde over de gevolgen van de uitvoering van invoering van de CCR eisen.

Eerst zoveel mogelijk investeren en dan maar kijken of het goedgekeurd wordt

De zin “In z’n algemeenheid kan gesteld worden dat het makkelijker wordt om een aanbeveling van de CCR te krijgen naarmate betrokkene grotere financiële
inspanningen heeft verricht en door (andere) maatregelen het gestelde doel dichter benaderd heeft. “
maakt duidelijk  voor welke onmogelijke opdracht ondernemers komen te staan. Eerst veel investeren om je schip zoveel mogelijk te laten voldoen aan de eisen, en dan volledig overgeleverd zijn aan een instantie die je nergens op af kunt rekenen. Die een volledig ondemocratisch gehalte heeft en geen normale klachtenprocedure kent. Je bent als schipper volledig overgeleverd. Je weet dus nooit of je investering zinvol zal zijn of niet.

Voorts heeft IVW een beknopte procedure opgesteld waarin is aangegeven hoe IVW  handelt wanneer er een beroep gedaan wordt op deze hardheidsclausule.

Procedure  HARDHEIDSCLAUSULE

De binnenvaartwet, -besluit en –regeling zijn opgesteld om voor alle certificaatplichtige binnenvaartschepen een gelijk level-playing-field te maken. Daarbij zijn voorschriften opgesteld om schip, bemanning en milieu te beschermen.

De economische gevolgen voor bestaande schepen zijn in overleg met bedrijfsleven in overgangsbepalingen vastgelegd.

In zowel het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR) als ook in de Europese richtlijn 2006/87/EG is in Artikel 24.04, vierde lid een bepaling opgenomen die bekend is als de hardheidsclausule.

Ook schepen die een volgens de Europese richtlijn gecertificeerd zijn en niet op de zone R (internationale Rijn) varen is in Artikel 24a.04 dezelfde bepaling opgenomen:

Alléén individuele gevallen kunnen met behulp van een aanbeveling gebruik maken van de hardheidsclausule.  Daarbij zijn onuitvoerbaarheid van gestelde voorschriften of onevenredig hoge kosten als reden aan te voeren om gebruik te maken van art 24.04.

In zowel het ROSR als ook in de Europese richtlijn 2006/87/EG is in artikel 2.19, eerste en derde lid uitgelegd waarvoor een aanbeveling bedoelt is. Door aanspraak te maken op art 24.04 kunnen ook onuitvoerbaarheid of onevenredig hoge kosten een reden zijn om ontheffing aan te vragen van de vigerende regelgeving.
Met een aanbeveling kan de commissie van deskundigen afwijkingen van de reglementen, genoemd in het ROSR of Bijlage II van de richtlijn, toestaan mits de toegepaste materialen, inrichting of uitrustingsstukken, dan wel andere bouwkundige maatregelen getroffen worden die door het comité als gelijkwaardig zijn erkend.

In een aanbeveling kan de commissie van deskundigen aanvullende eisen stellen om het beoogde voorschrift zoveel mogelijk te realiseren. De aanvullende eisen kunnen zowel een technische aanvulling zijn als ook een operationele beperking van de bedrijfsvoering van het schip betreffen.

Uitzonderingen op basis van onevenredig hoge kosten is NIET bedoeld om onrendabele ondernemingen in stand te houden. De overgangsbepalingen hebben in 2004 een einddatum gekregen om juist oneerlijke concurrentie tegen te gaan en de binnenvaartschepen als economisch productiemiddel te exploiteren.

Deze laatste zin  is vanaf juli vervangen door:

Door de financiële crisis in de binnenvaart is een internationale werkgroep gestart om een procedure uit te werken die invulling geeft aan het gebruik/toepassen van de hardheidsclausule (ROSR, Art 24.04 4e lid)  Als basis is het onderstaande Nederlandse schema te gebruiken.

Hoe te handelen:

 Opmerking van de ASV over de te volgen procedure:

De uitvoering van de hardheidsclausule

Nu  is er een bijlage verschenen van de IVW omtrent de toepassing van de hardheidsclausule i.r.t. de overgangsbepalingen technische voorschriften. De procedure blijkt (zoals gevreesd) ingewikkeld te zijn met een volkomen onvoorspelbare uitkomst. Ik wil graag speciaal de aandacht vestigen op deze passage:

“Uitzonderingen op basis van onevenredig hoge kosten is NIET bedoeld om onrendabele ondernemingen in stand te houden. “

Volgens het kleine schepen rapport waren vóór de crisistijd al alle kleine schepen (tot 1500 ton!!) onrendabel. Dus wat betekent dit? Allemaal slopen?

In een zeer recent schrijven is bovenstaande zin opeens verdwenen en vervangen door “Door de financiële crisis in de binnenvaart is een internationale werkgroep gestart om een procedure uit te werken die invulling geeft aan het gebruik/toepassen van de hardheidsclausule (ROSR, Art 24.04 4e lid)  Als basis is het (hiervoor genoemde) Nederlandse schema te gebruiken.”

De vraag is: is het ( dat de procedure niet bedoeld is om onrendabele ondernemingen in stand te houden) ook uit de hoofden verdwenen of was het alleen te duidelijk als men dit zwart op wit vastlegde?

Gelukkig verschijnt er nu een tekst waarin duidelijk wordt wat een geweldige hulp we krijgen in verband met de crisis. Helemaal niets. Is dit die coulance?

Ook schrijft men:

De economische gevolgen voor bestaande schepen zijn in overleg met bedrijfsleven in overgangsbepalingen vastgelegd.

Een onbegrijpelijke zin. De economische gevolgen zijn, voor zover ons bekend, alleen in een Duits rapport vastgelegd. En die gevolgen blijken dramatisch. Gemiddeld 11,4 aanpassingen a 44.000 DM en daarbovenop nog eens een extra 300.000 DM om aan de manoeuvreereisen te kunnen voldoen!!!!

Men ging er in het rapport vanuit dat bij meer dan 1 noodzakelijke aanpassing (88.000 DM) dit  zou leiden tot het stoppen met het bedrijf. Economische gevolgen staan volgens ons nergens vastgelegd in overgangsbepalingen. Het bedrijfsleven (wie is dat?) is voor zover ons bekend, door middel van overleg met de bonden,  alleen gevraagd mee te denken over de termijnstelling. Dus niet óf, maar wanneer de eisen van kracht zouden worden.

Wat nu?

Er is nu door ESO en EBU gevraagd de invoering van de CCR regels (ROSR) met twee jaar uit te stellen. Dat is een begin, maar er is nog geen besluit over genomen. En na die twee jaar is dit probleem niet opgelost! Dus wat doen we dan? Wat ons betreft moeten die regels van tafel!!

Nog steeds heeft niemand ons kunnen vertellen waarom ze nodig zouden zijn.

Namens de ASV,
Sunniva Fluitsma