Page 12 - ASV_Nieuwsbrief_dec_2021.pdf
P. 12

Bovenstaande is het oiciële overzicht van de Europese Commissie gedateerd 28.02.2008. Eventuele rentes of inlatievergoedingen
           behoren niet tot het reservefonds. Deze worden nationaal bepaald en besteed.
           VO 718/1999geeft aan waar het geld aan besteed kan worden (artikel 3 lid 4 en 5). De verordening is op dat punt in 2014 gewijzigd.
           Hieronder worden de bestedingsmogelijkheden opgesomd:
           a) Aan crisismaatregelen
           b) Aan maatregelen volgens artikel 8 van de verordening, welke zijn:
           •   vervroegde pensionering of omscholing van ondernemers in de binnenvaart
           •   omscholing van werknemers
           •   vorming van commerciële samenwerkingsverbanden
           •   aanpassing van schepen t.b.v. verbetering arbeidsomstandigheden en veiligheid
           •   bijscholing van binnenschippers / ondernemers
           •   innovatie en vergroening
           •   versterken Europese organisaties van binnenvaartondernemers

           Besteding van de gelden aan crisismaatregelen is nu weinig realistisch te noemen. Eensgezindheid en politieke wil is ver te zoeken
           op dit punt. Tevens kan men vaststellen dat 13 miljoen voor de droge lading en 20 voor de tankvaart slechts een druppel op de gloei-
           ende plaat is als je het over capaciteitsvermindering hebt.

           Aan de benutting van de gelden aan de items die onder punt (b) worden genoemd, is de voorwaarde verbonden dat de Europese or-
           ganisaties die de binnenvaart vertegenwoordigen (ESO en EBU) dit gezamenlijk aanvragen (oftewel het eens zijn over de besteding)
           en het moet op Gemeenschapsniveau uitgevoerd worden (als onderdeel van een Europees programma).

           Inmiddels zijn ESO en EBU zover dat zij een plan hebben opgesteld om gezamenlijk een platform op te richten (een Europees
           binnenvaartplatform). Hiermee geven ESO en EBU invulling aan de laatst genoemde mogelijkheid, versterking van de Europese
           organisaties van binnenvaartondernemers. Als je kijkt naar de spoorwegen en het wegvervoer is het hoogst noodzakelijk de verte-
           genwoordiging van en lobby voor de binnenvaart op een goed en professioneel niveau te brengen. ESO en EBU denken voor een
           goed functionerend platform een bedrag van 6 miljoen euro nodig te hebben, gespreid over een periode van tien jaar. Dit platform zal
           zich inhoudelijk onder meer richten op professionalisering/bijscholing van ondernemers, innovatie en vergroening.

           Daarmee is ook gezegd dat voor de andere punten onder (b) ESO en EBU vooralsnog geen mogelijkheden tot invulling of besteding
           zien. Vervroegde pensionering is een persoonlijke zaak en sowieso uit de tijd. Omscholing is gezien de arbeidsmarkt niet nodig en
           verreweg de meeste schepen zijn zodanig gemoderniseerd dat er goede en veilige arbeidsomstandigheden zijn. Met betrekking tot
           de vorming van commerciële samenwerkingsverbanden is de deur niet dicht, maar is het meer wachten op goede en levensvatbare
           initiatieven.

           Conclusie
           Wij hopen door middel van bovenstaande uitleg duidelijk gemaakt te hebben wat het fonds is en waar het geld vandaan komt.
           Voor het overgrote deel (ten minste 80 %) is het geld bijeen gebracht door ondernemers die in de periode van april 1999 tot eind
           april 2003 een nieuw binnenschip in de vaart hebben gebracht. Voorts is de verdeling naar tankvaart en droge lading circa 60 en 40
           procent.

           De vraag van wie het geld is, is eenvoudig te beantwoorden als wij ons beperken tot de feiten en wettelijke bepalingen.
           Is het van degenen die ooit een sloopbijdrage hebben betaald? Neen, dat is in 1999 afgesloten en sowieso niet meer te achterhalen.
           Is het van degenen die ooit een “oud voor nieuw”-bijdrage hebben betaald? Neen, dat was een soort boete waarvan je op voorhand
           wist dat je die moest betalen.Het geld is in feite van niemand, maar de binnenvaart kan erover beschikken. En het beschikkingsrecht
           hebben ESO en EBU. Daarbij staan zij onder toezicht van de Europese Commissie. Dit zijn de feiten.
           Het wordt tijd dat de binnenvaart het eindelijk eens wordt over een nuttige besteding van het geld. ESO en EBU zullen daarover naar
           de gehele binnenvaart en Europese Commissie verantwoording aleggen. Mocht het dit keer weer niet lukken door verdeeldheid of
           wat dan ook, laten we dan de conclusie trekken dat het beter besteed is aan een goed doel zoals Artsen zonder Grenzen.

           Brussel, oktober 2015





       12
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17