Page 12 - ASV_Nieuwsbrief_oktober_2022.pdf
P. 12

CCR/CESNI






                  AIS en reddingsvesten


                                                  vaar kan brengen.                   van  schepen  in  de  binnenvaart”  van
            Gebruik  AIS voor  toezicht en  hand-                                     ES¬RIS;
            having                             1.    Schepen die met een Inland AIS-ap-  d.  Uniek Europees scheepsidentiicatie-
                                               paraat moeten zijn uitgerust, uitgezonderd   nummer (ENI) of,  voor zeeschepen
            in  Nederland  zijn  AIS-gegevens in  veerponten, dienen aanvullend te zijn uit-  voor zover geen  ENI  werd  toege-
            verband met de bescherming van per-  gerust  met  een  Inland  ECDIS-apparaat  kend, het IMO-nummer;
            soonsgegevens niet  zonder gericht  in  de  informatiemodus of  een  daarmee  e.  engte over alles van het schip of het
            formeel  verzoek of  vordering  toegan-  vergelijkbaar apparaat voor de weergave   samenstel  met  de  nauwkeurigheid
            kelijk voor toezicht en handhaving. Hoe   van elektronische binnenvaartkaarten dat   van 0,1 m;
            wordt  hier in  andere  landen  mee  om-  met  het  Inland  AIS-apparaat  moet  zijn  f.   breedte  over alles van  het  schip  of
            gegaan?                            verbonden en dienen dit samen met een   het  samenstel  met  de  nauwkeurig-
                                               actuele  elektronische  binnenvaartkaart  heid van 0,1 m;
           AIS-gegevens worden door de bevoegde   te gebruiken. Het Inland ECDIS-apparaat   g.  positie (WGS 84);
           autoriteit,  zoals Rijkswaterstaat,  gebruikt  in de informatiemodus moet voldoen aan   h.  snelheid over de grond;
           voor nautisch beheer, dat wil zeggen het   de bepalingen van deel I “Standaard voor   i.   koers over de grond;
           verzorgen van vlot en veilig scheepvaart-  het systeem voor elektronische weergave   j.   tijd van de elektronische positiebepa-
           verkeer. Daar vallen toezicht en handha-  van  binnenvaartkaarten  en  de  daaraan  ling;
           ving  niet  onder.  Toezicht  en  handhaving  verbonden  informatie” van  ES¬RIS.  Het  k.  vaarstatus overeenkomstig  bijlage
           zijn  ook geen  met  nautisch  beheer ver-  vergelijkbare apparaat voor de weergave   11;
           enigbaar doel,  daarvoor wijkt  het  doel  te  van  elektronische  kaarten  en  de  elektro-  l.   referentiepunt  voor de  positie-infor-
           ver af  van  het  doel  waarvoor RWS ver-  nische  binnenvaartkaart  moeten  voldoen  matie op het schip met de nauwkeu-
           zamelt/verwerkt.  Noch  de  politie,  noch  aan  de  Minimumeisen  voor apparaten  righeid  van  1  m overeenkomstig  bij-
           ILT  zijn  nautisch  beheerder en  schippers  voor de weergave van elektronische bin-  lage 11;
           hoeven ook niet te verwachten dat op hen   nenvaartkaarten  met  het  oog  op  het  ge-  m.  oproepcode.
           betrekking  hebbende  AIS-gegevens zon-  bruik van Inland AIS¬gegevens aan boord
           dermeer toegankelijk zijn  voor toezicht-  van schepen (Besluit 2021-I-11).  3.  De  schipper moet  de  volgende  ge-
           houders en/of opsporingsambtenaren.                                    gevens bij wijzigingen onmiddellijk actua-
                                               2.    Er moeten minstens de volgende ge-  liseren:
           Wanneer is gebruik AIS niet verplicht?   gevens overeenkomstig  de  bepalingen  a.  lengte over alles met de nauwkeurig-
           a.  indien  de  schepen  zich  in  een  over-  van  deel  II  “Standaard  voor tracking  en  heid  van  0,1  m overeenkomstig  bij-
               nachtingshaven bevinden;        tracing  van  schepen  in  de  binnenvaart”  lage 11;
           b.  indien  de  bevoegde  autoriteit  een  van ES-RIS worden gezonden:  b.  breedte  over alles met  de  nauwkeu-
               uitzondering  voor vaarwateren  die  a.  User Identiier (Maritime Mobile Ser-  righeid  van  0,1  m overeenkomstig
               bouwkundig van de vaargeul zijn ge-  vice Identity, MMSI);             bijlage 11;
               scheiden, heeft toegestaan;     b.  naam van het schip;            c.  scheeps- of  samensteltype  overeen-
           c.  voor schepen  van  de  politie,  ingeval  c.  scheeps- of  samensteltype  overeen-  komstig  de  bepalingen  van  deel  II,
               het verzenden van AIS-gegevens het   komstig  de  bepalingen  van  deel  II  “Standaard  voor tracking  en  tracing
               uitvoeren van politieopdrachten in ge-  “Standaard  voor tracking  en  tracing  van schepen in de binnenvaart”, van
                                                                                      ES-RIS;
                                                                                  d.  vaarstatus overeenkomstig  bijlage
                                                                                      11;
                                                                                  e.  referentiepunt  voor de  positie-infor-
                                                                                      matie op het schip met de nauwkeu-
                                                                                      righeid  van  1  m overeenkomstig  bij-
                                                                                      lage 11.
                                                                                  Over reddingsvesten:
                                                                                  De regelgeving is:
                                                                                  6.  De  bemanningsleden  en  de  andere
                                                                                  personen aan boord moeten reddingsves-
                                                                                  ten overeenkomstig artikel 13.08, tweede
                                                                                  lid, van ES-TRIN dragen
                                                                                  a.  bij  het  van  of  aan  boord  gaan,  voor
                                                                                      zover er gevaar voor het in het water
                                                                                      vallen bestaat,
                                                                                  b.  bij het verblijven in de bijboot,
                                                                                  c.  bij werkzaamheden buiten boord, dan
                                                                                      wel
                                                                                  d.  bij  verblijf  en  werkzaamheden

       12
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17