Voor en door schippers
Categoriën
Sociale Media

Evaluatie onderzoek boetebeleid ILT

Op 6 december 2017 vindt er een ILT “strategisch brancheoverleg” plaats waarbij de ASV heeft aangedrongen de op handen zijnde evaluatie boetebeleid te bespreken. Als reactie op de vraag van de ASV om in de evaluatie ook mee te nemen, dat ILT met dit beleid de Rechten van de Mens schendt en dat de bestuurlijke boetes op zich een discussiepunt zouden kunnen zijn, is dit het antwoord van ILT:

“De in de reactie aangegeven punten over de rechten van de mens en de keuze om bestuurlijk te handhaven worden niet in het onderzoek meegenomen. De rechten van de mens zijn gecodificeerd in de Algemene wet bestuursrecht. In het onderzoek wordt wel meegenomen of in elke fase recht wordt gedaan aan de rechtsbeginselen, bijvoorbeeld of de inspecteur de juiste bevoegdheden gebruikt. De keuze voor de bestuurlijke handhaving van de Binnenvaartwet is een politieke keuze geweest.”

Voor het evaluatieonderzoek boetebeleid is aan drie bureaus een uitvraag voor een offerte gedaan. Uit de ontvangen offertes zal ILT op basis van vooraf vastgestelde criteria (Door wie vastgesteld? De ASV heeft geen vraag gehad daarover mee te denken) een keuze maken. Het gekozen onderzoeksbureau krijgt de aangeleverde informatie: dat wil dus zeggen de casussen die ASV en uiteindelijk (sinds 24 november doorgestuurd naar o.a. de ASV) ook BLN hebben aangeleverd.

Kennelijk wordt er dus ALLEEN naar de aangeleverde casussen gekeken, geheel in strijd met de aangenomen motie, waarbij gesproken werd over “samen met de sector evalueren”. Dit is o.i. niet samen met de sector evalueren. ILT evalueert op de wijze zoals het haar goed uitkomt.

Zoals eerder aangegeven bevat het onderzoek twee deelonderzoeken:

een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van de boetebedragen met andere modaliteiten;
een onderzoek naar de werkwijze van het toezicht op de Binnenvaartwet tot het onherroepelijk vaststaan van de boete. Centraal hierbij staat de vraag of in elke fase recht wordt gedaan aan de rechtsbeginselen, bijvoorbeeld of een inspecteur de juiste bevoegdheden gebruikt. Wij zullen in het kader van dit onderzoek het onderzoeksbureau ook opdracht geven om interviews af te nemen in de sector. Daarbij worden vragen gesteld over de beleving van het toezicht, maar ook over de kennis van de betrokkenen, de mate van organisatie en redenen van (niet) naleving.

ILT verwacht, dat het vergelijkend onderzoek uiterlijk 1 mei 2018 is afgerond en het onderzoek naar de werkwijze uiterlijk 1 juli 2018.

MOTIE VAN WANTROUWEN?

Diverse malen hebben we meegemaakt hoe ILT (onderdeel van IenW) niet de waarheid spreekt. Zo heeft ILT gezegd, dat men alvorens de hoge boetes in te voeren, hierover overleg heeft gehad met de sector. Dat vertelt de Minister tegen de Kamer. Het blijkt dat er helemaal geen overleg is geweest met de verschillende organisaties, die de sector vertegenwoordigen.

Uitstellen uitvoeren motie 119

Vervolgens wordt de aangenomen motie (119), waarin wordt besloten dit boetebeleid te evalueren keer op keer genegeerd. De ASV spreekt ILT hierop aan in de overleggen.

Als uiteindelijk de motie op de agenda staat, wordt het deel dat over de evaluatie gaat vergeten door ILT. Al met al loopt de evaluatie hierdoor enorme vertraging op.

Vervolgens zegt ILT dat er geen casussen zijn aangeleverd en er dus niets te evalueren valt. ASV meldt dat men 3 mails heeft gestuurd met de vraag hoe casussen eventueel aangeleverd moeten worden. Bovendien heeft de ASV een klacht neergelegd en zegt de ASV, dat men naast de casussen de andere zaken wil bespreken, zoals in de petitie opgevoerd. ASV stelt voor een format te bedenken waarop de casussen aangeleverd kunnen worden.

Nog meer onwaarheden

Tijdens het Algemeen Overleg meldt de Minister, dat er een format ligt waarop de sector de casussen in kan dienen en dat de sector daar tevreden mee is. De sector had tot dat moment nog geen format gezien. De ASV vraagt onmiddellijk na het AO om dat format te mogen ontvangen. Dat wordt na enige weken aangeleverd. De ASV doet daarop een tegenvoorstel waar geen reactie op komt van ILT. De ASV levert de casussen dan maar aan via haar eigen tegenvoorstel en deelt wederom mee dat de evaluatie breder getrokken zou moeten worden dan de casussen.

Nog meer uitstel

In voorbereiding op het ILT Strategisch brancheoverleg van 6 december 2017 stelt ILT voor om dit overleg te schrappen, omdat er geen agendapunten zouden zijn. De ASV deelt mee dit overleg wel degelijk wil voeren, omdat we het over de evaluatie willen hebben.

Uiteindelijk verschijnt er 29 november 2017 een agenda met daarop het agendapunt evaluatie, waarbij opeens helemaal niet meer aan motie 119 wordt gerefereerd.

In agendapunt 3 lezen we:

`Evaluatie Boetebeleid’
In het vorige Strategisch overleg is afgesproken, dat een format voor de aanlevering van individuele casus zou worden rondgestuurd zoals toegezegd door de minister. Hier is invulling aan gegeven. Hierop is een aantal casussen ingestuurd.

Tevens is besproken, dat er een brede evaluatie zou komen van het boetebeleid. Dit ook op verzoek van de Kamer in motie 167 “verzoekt de regering, te onderzoeken of de boetetarieven in de binnenvaartsector, in vergelijking met andere sectoren, niet uit de pas lopen, in dit onderzoek de werkwijze van ILT te betrekken en Kamer hierover te informeren”. De offerteaanvraag voor het onderzoek is inmiddels aan meerdere partijen gestuurd. Annet Bronnewasser geeft een korte toelichting.

De ASV heeft gedurende de overleggen, net als ILT zelf (zie de hieraan voorafgaande verslagen inclusief de ingebrachte agendapunten vanuit de ASV), in de hieraan voorafgaande periode gerefereerd aan onderstaande motie.

Betreffende de motie 119:

Nr. 119 MOTIE VAN DE LEDEN VAN HELVERT EN JACOBI

Voorgesteld 31 mei 2016

De Kamer,
gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds 2015 door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een systeem van vaste boetes wordt gehanteerd en dat het hierdoor frequent voorkomt, dat op zich te goeder trouw handelende schippers voor kleine overtredingen excessief worden beboet;

overwegende dat er daardoor weinig begrip wordt gevoeld voor het huidige geïntensiveerde handhaven van de regels;

verzoekt de regering om, rondom de bemannings- en arbeidstijdenregels een instructie te geven aan de ILT om zogeheten «anticiperend te gaan handhaven» en in overleg met de branche de regels te evalueren,
en gaat over tot de orde van de dag.

Van Helvert
Jacobi

DAT is de evaluatie waar over gesproken is, aangevuld met motie 167. Maar het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn, dat wij alleen naar de tarieven kijken. Tenslotte gaat het ook om de wijze van bekeuren, de pakkans en dergelijke. Voor die tarieven hadden wij geen casussen in hoeven dienen, die staan keurig in een lijstje.

Kortom…… zouden wij dat kunnen, dan zou het bij zoveel onwil, tijd worden om een motie van wantrouwen in te dienen tegen ILT.